Leerlingen krijgen twaalf afbeeldingen te zien van presidenten van de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, de DDR en de BRD. Al deze personen spelen een rol in de Historische Context: Duitsland in Europa. Leerlingen leren hierdoor deze leiders ten eerste beter te herkennen. Daarnaast worden leerlingen geactiveerd door met hun voorkennis te raden wie wie is.
Bij de tweede opdracht moeten ze de presidenten in de juiste tijdsvolgorde plaatsen, en daarbij mogen ze ook hun leerboek en/of internet gebruiken. De vaardigheid chronologie wordt bij deze opdracht daardoor ook geoefend.
Ten slotte moeten de leerlingen een aantal verdiepingsvragen beantwoorden. Ze moeten daarbij verbanden leggen en historisch redeneren. Leerlingen werken bij deze opdracht het beste samen in twee- of drietallen.
Opdrachtblad - Wie is wie - Communisten en kapitalisten.docx